Je bent natuurlijk prima in staat je eigen inspiratiebron te zijn voor je foto’s, maar het is leuk je inspiratie uit te breiden. Dit kun je het beste doen door naar beroemde fotografen te kijken. Leen een keer een boek uit de bibliotheek om eens rustig naar foto’s te kijken en of je dit voor je eigen foto’s zou kunnen gebruiken. Kijk niet alleen naar de foto zelf maar probeer te achterhalen of te bedenken wat de fotograaf ermee wilde bereiken en hoe hij de foto’s gemaakt heeft. Via mijn Rotterdamse Fotografieschool leerde ik kijken naar beroemde fotografen. Het kan al eenvoudig door op internet gewoon ‘beroemde fotografen’ in te typen. Vervolgens naar afbeeldingen te gaan en je ziet de foto’s die ze gemaakt hebben. Ga weer terug en typ de fotograaf nog een keer in en je zult nog veel meer te weten komen over de drijfveren van de fotograaf. Vaak vind je er ook nog video’s waar fotografen aan het woord komen of mensen onderzoek hebben gedaan naar fotografen die inmiddels overleden zijn. Zo was ik op zoek naar beroemde portretfotografen omdat ik dat best moeilijk vond om de persoon echt goed vast te leggen met het karakter en de uitstraling. Ik kwam uit bij Maarten Corbijn voor zijn hedendaagse portretfotografie en Andrew Newman die portretten maakte van mensen in hun werkomgeving. Bijgaand het resultaat van beiden.

Maarten Corbijn inspireerde mij door het lange formaat van de portretten en de keuze om uitsluitend het hoofd in het portret te betrekken en de plaats van het hoofd in de foto. Daarnaast de donkere achtergrond waardoor de portretten nog meer naar voren komen. Hier zou ik zelf niet op zijn gekomen maar geven de portretten wel een extra dementie.

Bij de fotograaf Andrew Newman werd ik geïnspireerd om de foto’s echt in de werkomgeving van de personen te maken. Verder veel meer van de mens te laten zien en de foto veel meer van onderuit te maken. Zo kun je zien dat dezelfde personen op een heel verschillende manier geportretteerd worden.